Door Brandaan Lub
DEEL 3 Het belemmerende perspectief van de korte termijn
Vanuit mijn werk houd ik mij bezig met leiderschapsontwikkeling binnen onderling sterk verschillende organisaties. Ondanks die verschillen merk ik op dat het leiderschap veelal dezelfde vier belemmerende perspectieven hanteert. In deel 1 schetste ik deze vier perspectieven in het kort en in deel 2 diepte ik het waarde perspectief van organisaties verder uit. In dit derde deel ga ik uitgebreider in op het tweede belemmerende perspectief: het perspectief van de korte termijn.
Onze focus op de korte termijn
In de economisch-maatschappelijke en politieke ontwikkeling van de afgelopen decennia is steeds meer nadruk komen te liggen op de korte termijn. Daarbij spelen technologische ontwikkelingen uiteraard een cruciale rol. Zonder computers is het bijvoorbeeld niet mogelijk op weekbasis voor een grotere organisatie een rapportage samen te stellen. Het handmatig verwerken en rubriceren van informatie zou simpelweg meer tijd dan een week of wellicht zelfs meer dan een maand in beslag nemen. Het effect van een besluit of uitspraak van een politicus op de peilingen is dankzij moderne communicatiemiddelen de volgende dag beschikbaar. Kortom we bevinden ons in een met name technologisch gedreven versnelling van ons (samen)leven.
Aan die snelheid zijn we als consument inmiddels gewend geraakt. We gaan er tegenwoordig van uit dat een pakketje dat we vanavond online bestellen morgen bij ons aan huis wordt afgeleverd, dat we alle accommodaties van alle wintersportgebieden overzichtelijk bij elkaar kunnen vinden en vanuit onze luie stoel kunnen boeken en dat onze taxi-in-aantocht online door ons te volgen is. Kortom, die snelheid ervaren we allemaal als gemak.
De vraag die we onszelf te weinig stellen, en dat is een voorbeeld van een gewetensvraag waarover ik in mijn vorige artikel schreef, is wat de consequenties zijn van dat gemak. Dan zouden we ons moeten verdiepen in de werking van de online distributiewereld, waar grote platforms mensen aan de onderkant van onze maatschappij voor een te laag loon ’s nachts in distributiecentra laten werken. Dan zouden we de online reismarkt moeten onderzoeken waar grote platforms een machtspositie hebben opgebouwd en die misbruiken door hardwerkende ondernemers een kosten-percentage in rekening te brengen dat niet in verhouding staat tot de inspanning die het platform levert. Dan zouden we na moeten denken over de online taximarkt waar grote platforms hun chauffeurs onder het mom van ondernemerschap alle risico’s laten dragen en zelf alleen de opbrengsten incasseren.
Die toegenomen snelheid zorgt er voor dat de korte termijn steeds meer regeert. Dit leidt er toe dat vraagstukken die een langere termijn visie en planning nodig hebben, geen of onvoldoende aandacht krijgen. En laten de grote maatschappelijke problemen die we wereldwijd ervaren nu juist vrijwel zonder uitzondering een lange termijn oplossing vereisen. Met korte termijn (deel)oplossingen komen we er niet!
Neem de dynamiek in de meeste beursgenoteerde bedrijven. Daar wordt op kwartaalbasis of zelfs maandbasis gestuurd en beloningsstructuren hebben een tijdshorizon van maximaal een jaar. Deze focus op de korte termijn stuurt impliciet op individualiteit en het persoonlijke belang terwijl focus op de lange termijn vrijwel zonder uitzondering stuurt op gemeenschappelijkheid en gezamenlijk belang. Voor de lange termijn moet je je immers bezig houden met de weerslag van jouw handelen op het gedrag van anderen, terwijl dat voor de korte termijn niet nodig is. Ook al is het effect op anderen negatief, vóórdat ik last krijg van de weerslag daarvan heb ik mijn korte termijn doel al gehaald. De bonus is dan al binnen, het optiepakket al verzilverd of de promotie al geïncasseerd. Zo versterken de toenemende individualisering en de focus op de korte termijn elkaar.
Ook in de politiek context doet deze dynamiek zich voor. De eigen herverkiezing of een aanstaande carrière switch naar het bedrijfsleven (het persoonlijke korte termijnbelang) weegt vaak zwaarder dan het lange termijn maatschappelijke belang. Op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau, ja zelfs op wereldschaal, duwen bestuurders de lastige lange termijn dossiers voor zich uit en focussen zich op de korte termijn successen die wél binnen de verkiezingstermijn te realiseren zijn.
Wat vraagt een lange termijn perspectief van ons
Voor het oplossen van onze grootste maatschappelijke problemen (de klimaatcrisis, de instortende biodiversiteit, de groeiende ongelijkheid en de uitputting van onze grondstoffen) dient ons perspectief gericht te zijn op de lange termijn.
Dat vraagt moed van ons allen. Moed om de druk van het bestaande systeem te weerstaan, moed om de houdbaarheid van dat systeem ter discussie te stellen, moed om te experimenteren met nieuwe vormen zonder een garantie op succes te hebben en moed om te erkennen dat gemak, snelheid en luxe een prijs hebben die veelal door de generaties na ons moet worden betaald.
Voor bestuurders van beursgenoteerde bedrijven gaat het over de moed om de korte termijn focus van de aandelenmarkten te weerstaan. Dat is ingewikkeld in een systeem dat is gebouwd rond het beperken van aansprakelijkheid van aandeelhouders. De rechtsvorm die we daarvoor in het leven hebben geroepen, heet in het Engels niet voor niet een ‘Public Company with Limited Liability. De aandeelhouders hebben een beperkte aansprakelijkheid en zijn niet aanspreekbaar op de gevolgen van hun handelen als investeerder. Het enige dat de aandeelhouder van Shell kan verliezen is zijn inleg. Stel dat we als we als maatschappij de kosten van de schade aan het klimaat op Shell willen verhalen, dan is de aandeelhouder daarvan gevrijwaard. Daarmee hebben we feitelijk een systeem ‘zonder nieten’ gebouwd. En daardoor neemt een aandeelhouder ook beslissingen die louter beperkt zijn tot de ‘upside’ en de korte termijn. Ik denk dat we rustig kunnen stellen dat dit een fundamentele weeffout in ons kapitaalsysteem is. Als het zo zou zijn dat de aandeelhouder ook volledig aansprakelijk was voor de lange termijn ecologische, sociale en maatschappelijke gevolgen van zijn investering, dan zouden de gesprekken tijdens aandeelhoudersvergaderingen compleet anders zijn. Een dergelijk inclusief kapitaalsysteem is noodzakelijk om evenwichtige lange termijn besluiten te nemen. Dat vraagt op haar beurt om een nieuw inclusief waardesysteem waarover ik in deel twee van deze reeks al schreef.
Voor politici gaat het om de moed om de (mogelijke) korte termijn afstraffing van het electoraat te weerstaan. Dat is ingewikkeld in een mede door (sociale) media sterk gepolariseerde debatcultuur waarin ‘shaming & blaming’ belangrijker is geworden dan het voeren van een inhoudelijke dialoog. Vorm is belangrijker geworden dan inhoud en symboolpolitiek levert meer sympathie van kiezers op dan het treffen van maatregelen die onze lange termijn welvaart ten goede komen.
We zullen moeten bouwen aan een nieuwe vorm van vertegenwoordigende democratie. Een vorm waarbij persoonlijk belang gescheiden wordt van het algemeen belang. Een mooi voorbeeld daarvan is het werken met burgerfora. In een burgerforum worden de leden via loting aangewezen. Ondersteund door ter zake deskundige professionals komen zij tot ‘niet politieke oplossingen’ voor complexe vraagstukken zoals het vormgeven van de energietransitie of het oplossen van het woningtekort. De door het burgerforum aangedragen oplossing wordt vervolgens integraal aan de politiek ter goedkeurig worden voorgelegd. In diverse landen wordt hiermee al succesvol geëxperimenteerd.
En voor ons allemaal als consument gaat om de moed om de aantrekkingskracht van het korte termijn genot en gemak te weerstaan. Want net zoals dat voor de bestuurder en de politicus geldt, zijn we ook consument veelal op korte termijn genot en gemak in plaats van op lange termijn geluk gericht. Dat is ingewikkeld in een wereld waarin succes wordt afgemeten aan de hoeveelheid geld en spullen die je hebt, waarin de belevenis-economie ons verleidt tot nog meer en extremere activiteiten en waarin meer altijd als beter wordt gezien.
Zoals ik in deel 2 al schreef: We zullen onszelf bij elke consumptiebeslissing gewetensvragen moeten stellen. Dat zal vaak confronterend zijn en zorgen voor ongemak, maar leidt zonder twijfel tot een betere op de lange termijn gerichte afweging en/of besluit.
Kortom, in elke rol die we als mens in deze maatschappij vervullen is persoonlijke moed nodig van ons allen. Zonder dat zal de toekomstige generatie oordelen ‘dat ze het wel wisten, maar er niets aan deden’. In alles wat we doen hebben we onszelf rekenschap te geven van de gevolgen op de lange termijn voor onze omgeving in de meest brede zin van het woord. We moeten weer leren denken vanuit het collectief en in termen van generaties.
Dat hoeft niet groots en meeslepend te zijn. Elk besluit dat meer rekening houdt met het collectief en met de lange termijn, is een stap in de goede richting. Dat soort besluiten kunnen we allemaal en elke dag nemen. Als we daarover ook steeds meer een open dialoog met elkaar voeren, niet vanuit het eigen gelijk maar vanuit het onderzoek en de nieuwsgierigheid, geloof ik oprecht dat we deze beweging als maatschappij kunnen maken.
Mijn volgende artikel gaat over het functie-gerichte perspectief
[an activating community]
Geef een reactie