Door Brandaan Lub
DEEL 5 Het belemmerende perspectief van groei
Vanuit mijn werk houd ik mij bezig met leiderschapsontwikkeling binnen onderling sterk verschillende organisaties. Ondanks die verschillen merk ik op dat het leiderschap veelal dezelfde vier belemmerende perspectieven hanteert. In deel 1 van deze artikel-serie schetste ik de aanleiding om over deze vier perspectieven te schrijven en behandelde ik die in het kort. In deel 2, 3 en 4 verdiepte ik respectievelijk het perspectief van de organisatie, het perspectief van de korte termijn en het perspectief van de eigen functie. In dit vijfde deel ga ik uitgebreider in op het vierde belemmerende perspectief: het perspectief van groei.
Vooraf: De kracht van verhalen
Als mensheid zijn we tot ongekende dingen in staat. Dat is alleen maar mogelijk omdat we in dezelfde verhalen geloven. Die verhalen verbinden ons en zorgen ervoor dat we bereid zijn samen te werken met wildvreemden. Of dat verhaal nu over natuurgoden, farao’s, keizers, een religie, een staat, de wetenschap of over economische groei gaat, onze verhalen zorgen ervoor dat we samen in actie komen. Het verhaal van de farao als godheid zorgde ervoor dat de Nijlvallei met irrigatiewerken vruchtbaar kon worden gemaakt en de piramides konden worden gebouwd. Het verhaal over de staat (je behoort bij een volk dat anders is dan andere volkeren) zorgt er voor dat jonge mannen zich aanmelden voor het leger om hun land te verdedigen. Het verhaal over geld (geld heeft een reële waarde) maakte het mogelijk om met vele vreemden en over grote afstanden handel te drijven. Vanaf de agrarische revolutie bepalen verhalen de inrichting van onze maatschappij.
Waar andere diersoorten in hun samenwerking worden begrensd door het elkaar kennen, hebben wij als soort die grens dus geslecht via het vertellen van verhalen. Dat maakt zoals gezegd dat we tot grootse dingen in staat zijn. Maar het maakt ook dat we als soort nauwelijks meer begrensd worden. Die begrenzing ontbreekt helaas in het leidende verhaal van de afgelopen twee eeuwen, het verhaal van economische groei. Dat heeft ons veel opgeleverd, maar ons nu ook aan de grenzen planetaire gebracht van het gesloten systeem dat ons ruimteschip aarde is. Blijvende groei is onmogelijk.
Dat betekent dat er een nieuw verhaal nodig is!
Ons leidende verhaal: Groei is goed
In ons huidige economische systeem wordt groei als een noodzakelijk gegeven gezien. Groei wordt gezien als iets dat per definitie positief is. Deze benadering is diep verankerd in vrijwel alle facetten van onze maatschappij. Daarbij is het leidende verhaal dat groei ons gelukkig maakt. Groei van consumptie, groei van je persoonlijke autonomie (anders gezegd: groei van individualisme), groei van macht, groei van de hoeveelheid ervaringen die je opdoet, groei van het aantal ‘vrienden’ dat je hebt; het maakt ons allemaal gelukkiger. Dat groei iets positiefs is, zie je ook terug in onze taal. De uitdrukking ‘stilstand is achteruitgang’ illustreert dat in optima forma.
Dit verhaal over groei dat we elkaar als mensheid vertellen, is nog niet zo oud. Vóór de industriële revolutie was economische groei een onbekend begrip. Door de sterke toename van de hoeveelheid goederen die we met behulp van machines konden produceren, werd het belangrijk om te zorgen dat die producten ook gekocht werden. Toenemende productie moest leiden tot toenemende consumptie. Daarmee werd de weg naar meer, meer, meer ingeslagen. En die heeft ons gebracht waar we nu als samenleving staan. We geloven niet alleen dat groei goed is, maar ook dat het ons gelukkig maakt. Dat is het leidende verhaal.
Voor leiders van organisaties is het niet anders dan voor consumenten. Je bent als leider succesvol als je bedrijf groeit, als je marktaandeel groeit, als je beurswaarde groeit Je persoonlijke succes als leider is dus afhankelijk van groei.
De druk om succesvol te zijn is groot en leidt er toe dat groei op korte termijn zichtbaar moet worden. Gedreven door die behoefte om steeds sneller te groeien hebben veel leiders hun toevlucht gezocht tot financiële groei. Verdubbeling van je reële groei (lees verdubbeling van je eigen productie/dienstverlening) kost immers meer tijd dan verdubbeling van je marktaandeel door een overname. Een verdubbeling van je beurskoers door je organisatie kostentechnisch uit te wringen waardoor je creditrating stijgt, gaat sneller dan zorgen voor mensgerichte organisatieontwikkeling die je organisatie effectiever maakt.
Waarom maakt groei gelukkig? Omdat we het zo gedefinieerd hebben!
Hoe komt het dat groei de maatstaf voor welvaart en geluk is geworden? Dat heeft alles te maken met de manier waarop we welvaart meten. Welvaart is namelijk direct gekoppeld aan economische groei. Dat doen we voor landen met behulp van het BBP, het bruto binnenlands product. In de jaren 30 van de vorige eeuw werd het BBP in de VS ontwikkeld als een integraal instrument dat niet alleen financiële maar ook sociale en ecologische componenten bevatte. Dat die laatste twee elementen ook een rol speelden was mede omdat de beurskrach van 1929 en de crisis die daarna ontstond nog vers in het geheugen lag. Tijdens de 2e wereldoorlog richtte de BBP-focus van de VS zich echter volledig op de productie. Men wilde die kunnen meten en daarbij werd de keuze gemaakt om de sociale en ecologische componenten van het BBP tijdelijk te laten voor wat ze waren. Na afloop van de 2e wereldoorlog is dat echter zo gebleven en meten we onze welvaart als één-op-één afgeleide van productie. We gebruiken oorlogsinstrumentarium voor het meten van onze welvaart en dat levert perverse prikkels op. Voormalig Amerikaans senator Robert Kennedy heeft het eens als volgt samengevat:
Het bruto binnenlands product omvat luchtvervuiling en reclame voor sigaretten en de ambulances die op de snelwegen verkeersslachtoffers weghalen. Het rekent de speciale sloten voor onze deuren mee en ook de gevangenissen voor de mensen die ze stukmaken. Het bruto binnenlands product omvat de vernietiging van de cederwouden en de dood van Lake Superior. Het neemt toe met de productie van napalm en raketten en kernkoppen. Het houdt geen rekening met de gezondheid van onze gezinnen, de kwaliteit van het onderwijs of het genoegen dat we aan spelen beleven. Het is net zo onverschillig voor de properheid van onze fabrieken als voor de veiligheid van onze straten. Het telt niet de schoonheid van onze poëzie mee of de kracht van onze huwelijken, noch de intelligentie van het publieke debat of de integriteit van ambtenaren… het meet kortom alles, behalve dat wat het leven de moeite waard maakt.
Kortom het koppelen van groei van het BBP aan welzijn, geluk en wat het leven de moeite waard maakt, schiet ernstig tekort. Het is een verhaal waarvan we snel afscheid moeten nemen.
Dat ook financiële groei direct gekoppeld is aan welvaart, heeft veel te maken met de rol van bancaire sector. Deze sector was oorspronkelijk geen onderdeel van het BBP. Banken werden als het ware beschouwd als onderdeel van de infrastructuur. Banken merkten dat hun invloed op het beleid daardoor beperkt was, aangezien de maatschappelijke en politieke aandacht met name uitging naar die zaken die onderdeel van het BBP vormden. Toen de sector na een intensieve lobby wel onderdeel van het BBP werd, was financiële groei feitelijk gelijkgesteld aan welvaartsgroei. Het verhaal dat geld gelukkig maakt werd daarmee nog steviger verankerd in onze definitie van welvaart. Het opnemen van de bankensector in het BBP heeft overigens ook bijgedragen aan de exponentiële groei ervan.
Het belang van reële groei is daardoor in de afgelopen 50 jaar steeds verder naar de achtergrond verdwenen. Deze focus op niet-reële groei leidt tot absurde situaties zoals dat een relatief klein autobedrijf als Tesla een beurswaarde heeft die groter is dan van de drie grootse autobedrijven ter wereld samen. Tesla is daarmee een groot succes en Elon Musk is de rijkste man op aarde.
Uiteraard heeft Tesla een cruciale rol gespeeld in de huidige elektrificatie van onze mobiliteit. Die innovatie maakt het bedrijf aantrekkelijk. Maar als we de vraag stellen: “Kan Tesla er alléén voor zorgen dat we allemaal elektrisch gaan rijden?”, zal de conclusie zijn dat dat zeer onaannemelijk is. Als we diezelfde vraag over de drie grootste autobedrijven ter wereld stellen, is de kans op een positief antwoord veel groter. Gezien vanuit de reële economie is de huidige beurswaardering van Tesla dus buiten proportie.
Iets vergelijkbaars geldt voor startups. Als startups snel groeien zonder winst te maken, is dat een succes. Groei trekt automatisch nieuwe investeringen aan. Welk product of dienst die startup maakt of levert en of dat een bijdrage levert aan de oplossing van problemen die wij als maatschappij ervaren doet er eigenlijk niet toe. Kortom wat er in de reële wereld wordt toegevoegd en of dat werkelijk van waarde is, doet in deze vorm van groei nauwelijks ter zake.
Met groei is overigens niets mis, het is letterlijk een natuurlijk gegeven. In de natuur wordt die groei echter ook begrensd. Zo kan een soort alleen duurzaam op een bepaalde plek voortbestaan als die in balans functioneert met die omgeving. Te veel groei van de soort put de omgeving uit en brengt daarmee de omvang van de soort terug. Dat herstelt de balans.
En zo zou het ook met economische groei kunnen zijn. Dan zouden we groei meer zien als een zero-sum-game. Dat leidt tot het bewustzijn dat als ik overmatig groei, ik daarmee het milieu of een ander levend wezen nu of in de toekomst tekort doe. Vanuit die mindset nemen we andere beslissingen over wat gezonde groei is dan we nu doen.
We lopen als samenleving inmiddels op allerlei manieren tegen de grenzen van de groei aan.
Het verhaal dat groei altijd goed is en dat groei hetzelfde is als welvaart en geluk moeten we dus achter ons laten. Interessant gegeven daarbij is dat één van de oorzaken van de ‘noodzaak’ om te groeien recent weg is gevallen. Tot voor kort was groei noodzakelijk omdat we in ons geldsysteem een positieve rente hanteren. Die rente moet worden ‘goedgemaakt’ en daarvoor is groei noodzakelijk. Hoewel dit volgens de gangbare economische theorieën onverklaarbaar is, zien we nu een mondiale tendens naar een negatieve rente. Het systeem lijkt in die zin al naar een ander paradigma te bewegen.
Toch is het perspectief van het leiderschap nog steeds vrijwel zonder uitzondering gericht op klassieke economische groei.
Een nieuw verhaal: Balans maakt gelukkig
Om tot een nieuw verhaal te komen, moeten we ons allereerst realiseren: Economie is een verhaal! Als je een kind vraagt hoe economie er uit ziet, heeft het geen flauw idee. Economie is een mentaal concept waarin we allemaal geloven. Dat verhaal en de daarbij behorende ongebreidelde groei is niet meer houdbaar. De grenzen van met name ons ecologische systeem zijn door steeds verder toenemende groei op brute wijze overschreden. Met als gevolg het instorten van ecosystemen, het kelderen van de biodiversiteit op aarde en de opwarming van ons klimaat.
Maar de negatieve gevolgen zijn niet alleen ecologisch. Ook sociaal werkt dit systeem ontwrichtend. De ongelijkheid neemt wereldwijd sterk toe, net als het aantal mensen dat hun werk niet als betekenisvol beschouwd, het aantal mensen dat (zelfs al op jonge leeftijd) burned-out raakt, het aantal zelfmoorden en ga zo maar door.
Het nieuwe verhaal is een verhaal van balans. De ingrediënten van die balans worden de laatste jaren door verschillende disciplines aangereikt. Economisch, politiek, sociaal en vanuit gezondheidsperspectief worden gelukkig al nieuwe modellen bedacht én gebruikt die balans in plaats van groei nastreven.
Een veelomvattend nieuw denkraam is de donut theorie van Kate Raworth. Daarin is de maatschappij niet gezond als ze groeit maar als ze binnen bepaalde ecologische planetaire grenzen werkt. Gecombineerd met een sociaal fundament dat als minimum functioneert ontstaat een bandbreedte waarin onze wereld maatschappelijk gezond is.
Belangrijk in dit denkraam is dat niet de economische groei bepaalt wat goed is, maar dat de balans tussen economie, ecologie en sociale rechtvaardigheid de bandbreedtes van onze maatschappelijke ontwikkeling bepaalt. Je zou kunnen zeggen dat dit denkraam meer balans brengt tussen het verhaal dat we elkaar vertellen (de economie bepaalt ons geluk) en de fysieke realiteit (verbinding met elkaar én met de omgeving bepaalt ons geluk).
In het sociaal-politieke domein ontstaat een steeds sterker bewustzijn dat de sterk toenemende ongelijkheid de bijl aan de wortel van ons bestel is. Of het nu gaat om het sterk groeiende populisme op nationaal niveau, of de toenemende migratiestromen door de groeiende kloof tussen rijk en arm op internationaal niveau, steeds meer mensen geloven dat een betere balans in de verdeling van kansen en middelen noodzakelijk is voor een op lange termijn vitale samenleving. De huidige focus op economische groei torpedeert deze lange termijn noodzaak.
Meer balans tussen kapitaal en arbeid is ook steeds vaker onderwerp van gesprek. Het werk van Thomas Piketty heeft veel beleidsmakers en politici wakker geschud. Zijn werk heeft duidelijk gemaakt dat het uitgangspunt van de economie, dat groei van het kapitaal uiteindelijk goed is voor iedereen, geen standhoudt. Een betere balans tussen het belang van kapitaal en het belang van arbeid is noodzakelijk en daar hoort een gebalanceerde belastingheffing bij.
Balans in de verdeling van zowel economische als politieke macht is ook onderwerp van gesprek. De ongebreidelde macht van grote corporates (met name big tech en big pharma) staat in de spotlights. De eerste serieuze wetgeving op Europees niveau om de macht van big tech te beteugelen is sinds deze maand een feit. Meer balans tussen belangen van het grote geld en de belangen van de inwoners van de EU ligt daaraan ten grondslag.
Een mooi voorbeeld van het balanceren van politieke macht is het inrichten van burgerforums. Dat is een representatieve groep burgers die bij elkaar komt om advies te geven over een beleidsvraagstuk. Dit om een oplossing te vinden voor het gegeven dat de volksvertegenwoordiging alle macht heeft maar vaak onvoldoende in verbinding staat met de gevoelens en ideeën uit de samenleving. Een schoolvoorbeeld daarvan is het referendum in Ierland van mei 2018 over de versoepeling van de abortuswet dat plaatsvond op basis van de aanbevelingen van een burgerforum. Dat burgerforum adviseerde geheel tegen de algemene verwachting in om de strafbaarheid van abortus uit de grondwet te halen. Door het in balans brengen van de machtsverdeling tussen de politiek en burgers werd wetgeving mogelijk die politiek gezien volstrekt onhaalbaar leek.
Ook op het vlak van gezondheid en vitaliteit ontstaan initiatieven die een nieuwe balans nastreven. In het klein wordt voor onze persoonlijke vitaliteit steeds meer gezocht naar de balans tussen hoofd, hart en buik en wordt aandacht voor fysieke gezondheid aangevuld met mentale en spirituele gezondheid. In het groot wordt de overmatige gerichtheid van onze gezondheidszorg op medicatie en genezing (gedreven door de economische groei van big pharma) steeds meer aangevuld en daarmee in balans gebracht met gezonde voeding, beweging en preventie.
Al deze ontwikkelingen zijn individueel wellicht niet hemelbestormend, maar de beweging van groei naar balans wordt ontegenzeggelijk zichtbaar. Het nieuwe op balans gerichte beeld is al aan het ontstaan. We zullen veel moeten experimenteren om uiteindelijk tot een samenhangend nieuw verhaal te komen.
Samengevat
Onze focus op groei heeft ons tot dichtbij en vaak over de planetaire en sociaal rechtvaardige grenzen geduwd. De fysieke realiteit maakt ons duidelijk dat er een nieuw verhaal over ons samenleven nodig is. Dat nieuwe verhaal is een verhaal van balans. Net zoals in de natuur balans van vitaal belang is voor een gezond ecosysteem, is balans voor ons als mens van levensbelang.
Betekenisvol leiderschap richt zich op het ontwikkelen, uitvoeren én vertellen van dat nieuwe verhaal. Weg van de economische groei, weg van ‘meer, meer, meer’, weg van het individuele maar in de richting van integraal en inclusief, van gebalanceerd en van het collectief.
Gelukkig is de kracht van verhalen enorm. Anders dan de realiteit is een groot voordeel van verhalen dat ze relatief snel kunnen veranderen. Zo werd de slavernijtraditie van duizenden jaren oud in een historisch gezien kort tijdsbestek beëindigd. De eerste leiders die dat verhaal vertelden werden overigens niet eens als leiders gezien en werden maatschappelijk gezien zelfs volledig buitengesloten. Maar gelukkig stonden zij op voor hun vernieuwende visie en maakten ze anderen bewust dat het anders kon. Zij legden het fundament voor een grotere beweging. Ze voelden zich geroepen om ondanks het ongeloof, het wantrouwen en afkeer rond hun ideeën hun visie te delen en anderen daarmee te activeren. Dat is de rol van leiders!
Een nieuw verhaal creëren is een klus en vraagt moed en uithoudingsvermogen, zeker van een leider. Als het nieuwe verhaal van balans voet aan de grond krijgt, kan het ons systeem ingrijpend veranderen en wellicht gebeurt dat sneller dan we nu voor mogelijk houden.
Dan kunnen onze kleinkinderen verbaasd zeggen: waren onze voorouders vooral gericht op groei?
[an activating community]
Geef een reactie